Voor het jINC-project “Ondernemen doe je zo!” is Oliver namens Nameshapers een van de coaches. Leerlingen van het (v)mbo krijgen in acht bijeenkomsten een realistisch beeld van de dagelijkse praktijk van het ondernemen. Dat hun beeld van ondernemen niet bepaald overeenkomt met de rauwe realiteit, leerde ik meteen bij de kennismaking al.
Wat vond ik het spannend om de leerlingen te ontmoeten! Ik maakte me best druk, vooral omdat ik geen ervaring heb in het omgaan en doceren van lesstof aan 17-jarige (v)mbo’ers. Gelukkig is zowel het werkboek als de coachhandleiding erg duidelijk en stelde een vriend van de lerarenopleiding me ook gerust: veel vragen stellen, hou het gewoon leuk en laat ze zelf met ideeën komen.
Structuur en manieren kun je leren
Voor de wederzijdse kennismaking organiseerde jINC nog een briefing voor de 4 coaches van deze MBO-klas. Er zijn twee zeer ervaren zestigers, en net als ik een andere 28-jarige online ondernemer. Van jINC’s projectleider Maron en de seniors kreeg ik goedbedoelde adviezen die me eigenlijk toch weer zenuwachtig maakten. Ik moest bijvoorbeeld heel duidelijk afspreken dat iedereen zijn jas uittrekt… En ze continu vertellen wat de structuur is van het programma: wat hebben we gedaan, wat verwacht ik vandaag van ze en waar werken we naartoe? Nu train ik al jarenlang groepen (jong)volwassenen, maar dat is toch een andere dynamiek. Al was het alleen maar omdat de meeste klanten hogeropgeleid zijn en vrijwillig deelnemen.
Waar is mijn groep?
Ze kwamen stuk voor stuk te laat. Of beter gezegd: mijn groepje klit zo gezellig samen dat ze ook samen te laat in de trein waren gestapt naar het kantoor van hoofdsponsor Deloitte. Ze kregen er flink van langs van meester Nagtegaal. We hebben afgesproken dat ze volgende keer 10 minuten van tevoren aanwezig zijn om mij op te vissen uit de lerarenkamer op hun eigen school.
Na ze kort te hebben bijgepraat speelden we het kennismakingsspel – een heel leuke manier om meer van elkaar te weten te komen. Sommige vragen waren simpel en snel te beantwoorden en een paar waren interessant genoeg om er een rondje van te maken. Ze durfden mij nog niet echt dingen te vragen dus heb ik wat langer geantwoord op bijvoorbeeld “wie is je favoriete artiest” en zelfs “wat is je succesvolste spiekmanier”.
Geldbelust of niet-geldbewust? “Ik ga 10.000,- per maand verdienen, anders hoeft het niet”
Dit project gaat erom dat de leerlingen leren wat er allemaal komt kijken bij het ondernemen. Willen ze na afloop graag zelf een bedrijf beginnen, dan is dat prima. Zijn ze helemaal afgeschrikt? Net zo’n mooi resultaat, want dan hebben ze in ieder geval een bewuste keuze te maken later. Om een indruk te krijgen van hoe ze nu denken over ondernemen zijn de antwoorden op de vraag hoe veel ze per maand willen gaan verdienen illustratief:
– “Geen idee. mijn zus verdient denk ik tussen de 2 en 3 k en dat vind ik prima.”
– “Hangt ervanaf: welke branche, hoe hard je werkt, hoe veel je verkoopt…”
– “Nou, 5.000 euro!”. (Daar moet je de helft van afdragen aan belasting, reageerde ik). “Oh. Dan 10.000 euro dus.” (Daar moet je nog je huur van betalen. En je telefoon. En je kleren. En uit eten gaan). “Ooooh, dat moet er nog vanaf?!”
– “Als je niet meer dan 2500 overhoudt kun je net zo goed voor een baas gaan werken.”
Ik denk niet dat ze geldbelust zijn, maar gewoon nog weinig geldbewust. In hun bijbanen bij de Hema of Albert Heijn verdienen ze, wat, 3,20 per uur inclusief vakantiegeld? Als het een stage is krijgen ze een vergoeding van 1,- per uur… Als het MKB de motor van de Nederlandse economie is, dan zijn de 16- en 17-jarigen de motor van het mkb voor zo’n schamel loon.
Duwtje in de rug
Wat me opviel is dat de leerlingen heel goed weten wat er nodig is om de opdrachten te volbrengen. Je moet het er alleen woord voor woord uittrekken. Zelf komen ze met werkafspraken als “respect hebben” en “op tijd komen”, maar dan wordt het lastig concreet te maken. Dus: wat is op tijd? In de les zitten als we beginnen of 5 minuten van tevoren je jas uitgedaan hebben, je werkboek op tafel en je telefoon uit? (Dat vonden we wel een goede invulling). En respect wil iedereen wel, maar wat betekent het voor ons groepje? Dat was snel duidelijk: we luisteren naar elkaars ideeën want iedereen moet gehoord worden (opvallend: de mening van de leerlingen is net zo belangrijk als de coach…), we zetten ons allemaal volledig in (uiteraard wil ik dat mijn groepje wint!) en we helpen elkaar dingen te begrijpen als er iets niet duidelijk is.
Ze hebben gewoon aanmoediging nodig en bevestiging dat hun ideeën echt iets waard zijn. Dat zal nog blijken als we een echte ondernemer gaan adviseren! Hierna gaan we aan de slag met een ondernemersplan, een begroting en uiteindelijk een presentatie.
Lees ook: