De nieuwsbrief

Koffie voor klanten? "Dat is 1600 euro, denk ik."

Na de kennismaking van week 1 is het tijd om echt aan de slag te gaan. Vandaag maken de leerlingen onder begeleiding van de jINC-coach een ondernemingsplan en investeringsbegroting. Nieuw is dat ze niet fictief werken, want we weten welke ondernemer we in het echt gaan bezoeken: een kledingzaak.

Wij gaan naar een herenkledingzaak die voornamelijk Hugo Boss-pakken verkoopt, om de hoek van school.

Ondernemingsplan: de why, how en what

Hugo Boss kledingwinkelVoordat je een eigen zaak opent is het nuttig een ondernemingsplan te maken – in het kader van eerst denken, daarna lekker doen. Om de leerlingen na te laten denken over het belang van een goed onderbouwd plan bespraken we voor wie het relevant is om dingen op papier te hebben staan. Voor jezelf? Check. Voor je personeel? Zeker. Voor klanten? Nou, daar was ik het niet helemaal mee eens. De effecten van je marketing- en communicatiehoofdstuk zijn belangrijk, maar de gemiddelde klant zit niet te wachten op jouw flyer-strategie. Ook de bank of informele geldschieters kwamen niet spontaan in ze op, maar we waren het erover eens dat deze partijen ook belangrijk zijn. Tot slot: je (liefdes)partner. Best handig als hij/zij ook weet waar je mee bezig bent.

Vervolgens bedachten we wat ons onderscheidt van andere winkels, andere kledingzaken en vooral van andere luxe herenwinkels. Eén van de usp’s is dat onze winkel elke avond open is tot middernacht! Heel verrassende insteek, waarvan ik denk dat het best eens zou kunnen werken.

Wat kost een kassa?

Koffieautomaat met keuzes

Om een bedrijf te starten heb je geld nodig. Maar hoeveel? We maakten aan de hand van het werkboek een lijst van alle spullen die je nodig hebt voor winkelinrichting. Van kledinghangers en planken tot en met de kassa en uiteraard koffie voor klanten en personeel. Ik heb niet gestuurd op deze discussie, maar de vraag barstte los of ze af konden met een Blokker-apparaat van 80 euro of dat ze beter een luxe automaat met smaakjes voor 1600 euro konden nemen. Nadat ze mij vragend aankeken, wees ik ze erop dat het er nu juist om gaat dat zij zelf een keuze maken: het is hún ondernemingsplan!

Ik vond het in deze sessie moeilijk om de aandacht van de groep vast te houden. Aan de ene kant is het niet mijn rol om de strenge docent uit te hangen, maar het is wel mijn verantwoordelijkheid om het project tot een goed einde te brengen. Misschien is het juist door deze ambigue rol dat de leerlingen ook wat vrijheid en ruimte pakken om te keten? In ieder geval zijn we een flink eind opgeschoten en is mijn groep net zo ver gekomen met de opdrachten als de anderen. Volgende keer gaan we nadenken wat voor vragen ze moeten stellen aan de ‘echte’ ondernemer om een goed verbeterplan te kunnen presenteren.

Lees ook:

  • jINC-blog deel 1: “Ondernemen met jongeren via jINC: iedereen leert ervan.”
  • jINC-blog deel 3: “Eindelijk de echte ondernemer ontmoet”
  • jINC-blog deel 4: “Mijn team heeft Ondernemen Doe Je Zo! gewonnen!”